Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij sprak tot mij: Deze [84]kamer, welker [85]voorste deel den weg naar het zuiden is, is voor de priesteren, die de [86]wacht des huizes waarnemen. 84. Dat is, kamers, elk dezer kamers, gelijk enigen dit verstaan; alzo in vs.46. Vergelijk onder hfdst.42 vs.1,4,5. 85. Hebreeuws, aangezicht, alzo in vs.46. 86. Dat is, de dienst van Gods huis; vergelijk Lev.8:35; Num.3:7; onder hfdst.44 vs.8,14,15. Sommigen verstaan hier en in vs.46, uit vergelijking van onder hfdst.44 vs.10,14, de Levieten, gerekend onder de priesters of derzelver naam, omdat zij den priesters gegeven en bijgevoegd waren tot hun behulp; zie Num.3:6,7,8,9, enz. en Num.18:2,3,4; 1 Kron.23:27,28; of priesters genoemd, [gelijk ook 2 Kon.23:9,] omdat zij tevoren priesters geweest waren, maar afgezet, gelijk van enigen gezegd wordt, onder hfdst.44 vs.12,13,14. Het schijnt altijd klaar te zijn, dat hier onderscheid gemaakt wordt tussen de wacht van het huis en de wacht van het altaar, gelij in vs.46 te zien is; gelijk onder hfdst.44 vs.14,15 tussen de wacht en van het huis en van het heiligdom.